Een “maatpak” voor dameskledingmerk Studio Anneloes

Geplaatst op: 14 april 2022

Onlangs is het nieuwe kantoorpand van Nederlands dameskledingmerk Studio Anneloes in Amsterdam Osdorp opgeleverd. Samen met Heembouw Architecten en aannemer Heembouw Kantoren zette zij de eerste stappen voor het ontwerp waarna Pelecon al snel bij dit project werd aangetrokken voor het constructieve vraagstuk. Met name de luifel aan de voorzijde van het pand, maar ook het hart van het kantoor waar de showroom zich bevindt, had een gedegen constructieve onderbouwing nodig. Vooral vanwege de beperkte bouwhoogte uit het bestemmingsplan is er gekozen voor een compacte constructie voor het pand, met kleine overspanningen en geïntegreerde stalen liggers.

Afgelopen 15 jaar is het merk uitgegroeid tot een belangrijke speler op de Nederlandse modemarkt waardoor de behoefte ontstond naar een eigen, groter pand. Het nieuwe pand van Studio Anneloes bestaat uit circa 1.600 m² kantoorruimte, 2.000 m² magazijn en circa 600 m² showroom. Het ligt op zichtlocatie langs de S106 op een karakteristieke kavel aan het water en is zo ontworpen dat verdere groei in de toekomst mogelijk is.

Constructieve uitdaging
Een uitdaging voor de constructeur waren de grote glasvlakken in het pand wat zorgt voor veel daglicht en een mooi uitzicht vanaf de werkplek. In het magazijn zorgen grote glazen puien en een lichtstraat in het dak voor daglicht en uitzicht, waarmee een prettige werkomgeving voor de magazijnmedewerkers wordt gecreëerd.

Constructieberekeningen voor duurzaamheid
Ook de duurzaamheidsfilosofie van het bedrijf is goed zichtbaar aan zowel de binnen- als buitenzijde van het pand. De gevels zijn bijvoorbeeld opgetrokken uit houtskeletbouw en bekleed met Neolife (92% hout en biobased materiaal en is 100% recyclebaar). De constructie van het dak van het magazijn is zo berekend dat het mogelijk is om er voldoende PV-panelen op te plaatsen om het gebouw volledig energieneutraal te maken. Kortom: het pand is als een ‘maatpak’ voor de activiteiten van het bedrijf.

Fotografie: Laurens Kuipers